Op deze pagina:

Delen:

Wat ik nodig heb van andere mensen is wat velen met een ‘afwijkend uiterlijk’ en zonder (figuurlijk) dik vel ook nodig hebben: dat anderen me niet aanstaren omdat ik een wijnvlek heb, alsof ik een dier in de dierentuin ben, of hun nieuwsgierige vragen op me afvuren (nee ik ben niet verbrand). Blijkbaar denken ze dat me mogen aanstaren omdat ik het niet zou merken, en denken ze dat vragen over mijn wijnvlak me niet zouden irriteren. En nee, de mededeling dat mijn lip aan de kant van de wijnvlek dikker is vinden sommige kinderen blijkbaar grappig, maar ik vind dat helemaal niet grappig. Helaas kan ik de dikte van mijn lip niet camoufleren (met een mondkapje gelukkig wel), maar mijn wijnvlek wel.

 Toen ik jong was, was mijn leuze: “ik camoufleer mijn wijnvlek niet, ze moeten me maar nemen zoals ik ben”. Maar naarmate ik ouder werd en meer en meer in contact kwam met mensen die ik niet kende werden de starende blikken en/of opmerkingen steeds vervelender voor mij. Blijkbaar zit het “ingebakken “in veel mensen om wie “anders” is “raar” te vinden en dat ook te laten merken.  Daarbij houden ze er dan geen rekening mee dat die wijnvlek aan een mens “vasthangt”, en dat die mens door hun gedrag wel eens geïrriteerd of gekwetst zou kunnen worden. Ik kreeg zelfs van een kleuter die me de eerste keer zonder camouflageschmink zag de opmerking: waarom heb jij je gezicht rood gemaakt? En toen ik nog tiener was legde een kelner op restaurant ineens zijn koude hand op mijn wijnvlek, hij dacht blijkbaar dat het de pijn van mijn verbrandde gezicht zou verzachten. Telkens was ik zo verbouwereerd dat ik niet wist hoe te reageren. En als je me moet aanwijzen en mijn wijnvlek is zichtbaar: denk er dan alstublieft aan dat ik ook kleding aanheb die je kan beschrijven, of wijs me desnoods aan met mijn haarkleur, maar niet met mijn wijnvlek, want dat is iets waarvoor ik zelf niet kon kiezen.

Wat andere mensen als “anders” zien, is voor mij onduidelijk. Ik veronderstel dat het anders is dan wat zijzelf als normaal beschouwen, zoals mensen die fanatiek voor een bepaalde voetbalclub supporteren supporters van een “concurrerende club” als “minderwaardig” aanzien omdat die mensen niet hetzelfde denken als zijzelf. Er zijn mensen die (volgens mij veel te luid) zeggen:’ heb je die persoon daar op straat gezien, hoe raar stapt die?”, terwijl ze die persoon aanstaren. Als ze mij die opmerking geven zeg ik: “nee, ik heb daar niet op gelet”, hoewel ik dat wel zag, maar mijn hoofd wegdraaide omdat ik besef hoe die mensen zich zouden kunnen voelen als ze merken dat ze aangestaard worden. Ik zeg dat dan niet omdat hun opmerking me duidelijk maakt dat ze de waarschijnlijk niet doorhebben hoe kwetsend dat kan zijn en ik niet de aandacht op mijn wijnvlek wil vestigen. Ik ben dan ergens blij dat ik mijn “anders zijn” min of meer kan camoufleren.

Mijn tip voor iedereen: denk eraan als je mensen met een ‘afwijkend’ uiterlijk aanstaart dan voelen die dat mogelijk, en vinden ze dat misschien niet aangenaam.